Lier

De tandwielen kraken zachtjes wanneer de hendel langzaam wordt bewogen. Dit oude liermechanisme, verweerd door de tijd, heeft talloze lasten omhoog getrokken. Het dikke stalen kabeltouw, strak opgerold rond de trommel, verraadt een geschiedenis van zwaar werk—misschien ooit gebruikt in een haven, bij een sluis of voor het optakelen van boten uit het water.

De ruwe, roestige tanden van het tandwiel vertellen een verhaal van jarenlange blootstelling aan wind, regen en gebruik. Ooit glanzend metaal, nu een sculptuur van oxidatie en slijtage. En toch, ondanks de tand des tijds, is de lier nog steeds functioneel. Met een stevige greep aan de hendel kan hij nog steeds krachten overbrengen, net zoals hij dat al decennia doet.

In de onscherpe achtergrond lijkt een nat wegdek te glimmen, alsof een recente regenbui de geur van olie en metaal heeft opgefrist. Dit is geen decoratief stuk; dit is een werktuig, een stille getuige van handen die hem bedienden, van touwen die spanden, van beweging die werd geforceerd tegen de zwaartekracht in.

Wie zou dit mechanisme voor het laatst gebruikt hebben? Misschien een visser die zijn boot optrok, een sluiswachter die een schot bediende, of een oude werkplaats waar dit nog steeds zijn bescheiden, maar onmisbare rol speelt. Eén ding is zeker: dit stuk techniek mag dan oud zijn, maar het is nog lang niet verslagen.